COVERSTORIES
Door Ellen Jansen
Ellen Jansen is behalve vormgever onder andere ook kistenschilder. Na een tentoonstelling van een tiental beschilderde kisten in 1995 en regelmatige publicitaire aandacht, heeft Ellen Jansen in de afgelopen jaren diverse malen het verzoek gekregen een kist te beschilderen. Hieronder enkele van haar belevenissen.
Midden 1993 werd ik gebeld door David Elders. Wij kenden elkaar in eerste instantie via zijn vader en zagen elkaar begin jaren tachtig wel eens op de Universiteit van Amsterdam waar David filosofie als hoofdvak en ik een aantal bijvakken in die richting studeerde. Van de mededeling dat hij begrafenisondernemer was geworden sloeg ik min of meer stijl achterover. Hij stelde voor om tijdens een etentje die wending te verklaren en kondigde in het verlengde daarvan aan dat hij een lastig verzoek had.
Bij de Spanjaard maakte mijn aanvankelijke gegiechel over zijn malle beroepskeuze snel plaats voor begrip: zijn gefundeerde, vanuit humaan oogpunt totaal nieuwe benadering van de omgang met de dood getuigde van moed, dwong respect af, kortom overreedde onmiddellijk. En trouwens, wat had ik, die zelf de kunstgeschiedenis voor de schilderspraktijk had ingewisseld er nou eigenlijk over te zeggen.
"Daar wilde ik het nu net met je over hebben," zei David, ervan op de hoogte dat ik het doek inmiddels voor panelen had verruild. "Denk jij dat je een kist zou kunnen beschilderen?" Hij meende dat het van belang was ook in dat opzicht alternatieven aan te dragen.
Een fantastisch idee, vond ik, zelf ooit drastisch geconfronteerd met de anonimiteit van de gangbare kist ('Wie zegt dat híj erin zit?'). "Een rozenbed," wist ik. We speculeerden nog wat maar bleven bij de eerste, meest zuivere associatie: het eerbetoon aan de geliefde.
Ondanks de vele omzwervingen, de regelmatige navraag en het feit dat hij twee kleine Eldersjes tegen een over hen heen vallende boekenkast heeft beschermd - waardoor licht beschadigd -, gaat de rozenkist zijn achtste levensjaar in. Wel is hij ooit - in andere kleuren - op verzoek opnieuw gemaakt. En dat geldt ook voor een aantal andere van de twaalf in 1995 door mij tentoongestelde kisten.
Toch is sinds die tijd het merendeel van de schilderingen naar de specifieke wensen van opdrachtgevers uitgevoerd. Particulieren veelal, een enkele bemiddelaar, soms via David die ik op mijn beurt af en toe aan de bij een bestelling horende toekomstige nabestaanden koppelde. Niet lang geleden kwam hij daardoor in de benarde positie terecht het met symbolische verwijzingen overladen deksel van de oven te redden om het zo onopvallend mogelijk - de treurende menigte had wat voorsprong mogen of beter moeten nemen - weer naar de plaats van vertrek terug te vervoeren: voor de nabestaande vertolkte het een dierbare herinnering, het deksel zou te zijner tijd in de vorm van een eenvoudig meubelstuk voortbestaan.
En ooit deed zich de onthutsende samenloop van omstandigheden voor dat het lichaam van een 'onverwacht' overledene, na inspectie, tegelijkertijd met de beschilderde kist voor de huisdeur arriveerde. Reden voor mijn vaste transportbedrijf 'van deur tot deur, wagen met chauffeur' die kistenritjes voor gezien te houden.
Wrang hoeft niet altijd triest te zijn. We hebben veel plezier gehad met en om de man die twijfelde of hij zich niet toch zou laten cremeren omdat hij zo benieuwd was 'wat dat "inclusief ve(r)rassing" nou eigenlijk inhield'.
Die viel nogal tegen, dus werd het een begrafenis, een van de weinige waarbij ik aanwezig ben geweest. Waar ik wel naar toe moest - zo meende een vriend - al was het, los van het feit dat ik in die paar maanden voor zijn overlijden vrij veel met deze man was omgegaan, alleen om te zien 'of het werkte'.
Dat deed het. "Je bent heel wat verhuisd in je leven, dit keer heb je er werkelijk een kunst van gemaakt." Zoiets mompelde een van de vrienden die beurtelings, bij wijze van afscheid, iets tegen de centraal opgestelde kist konden zeggen. Zijn opdracht was dan ook tamelijk gedetailleerd geweest. Zeven geslachtsloze engelen moesten op de kist komen te staan. Liever geen baby-achtigen, peuters genoten de voorkeur. Vanuit een donkere diepte zweefden zij naar het licht rond zijn hart. Een drietal torste diverse, aan voor hem belangrijke gebeurtenissen verbonden, etenswaren met zich mee, verwijzingen waarmee anderen vertrouwd waren: de uitgekiende voorstelling stelde hem onmiskenbaar aanwezig, hij was samengevallen met zijn laatste voorstelling.
Zo'n uitgesponnen beeldtaal vereist regelmatig overleg (een engeltje meer of minder), bezoek (welke kleuren overheersen het interieur?, bevalt de schets?) en - voor zover mogelijk - wederbezoek. Oog in oog met het onontkoombare brengt het bezichtigen van de schildering in wording vaak een gedwongen sfeer met zich mee ('Aan dat ligbad had ik meer plezier gehad.'). Menigmaal is uitgerukt naar de avondmarkt om nog maar een fles wijn te halen, ook om daarmee de gelegenheid te bieden tot onderlinge bespreking of emotionele ontlading. Een zeldzame verhouding ontwikkelde zich met het levenslustige echtpaar dat een 'boek' bestelde: regelmatig belandden wij in een restaurant, werd een hoop pret gemaakt tot ver na middernacht, zonder het onderwerp te mijden.
De man wilde graag een eigen tekst, naar aanleiding en met behoud van een deel van het voorbeeld. De bestelling kwam binnen op het moment dat een duplicaat van de rozen werd begraven. Ongeveer twee weken later zou ik naar het buitenland vertrekken. Eerder was een opdrachtgever overleden op het moment dat ik in een vliegtuig zat, de kist was nog niet eens besteld, dus werd hij in 'een gewone onbeschilderde' begraven. Maar de bestelling gebeurde na mijn terugkeer alsnog: zijn echtgenote wilde dat zijn wens werd doorgezet. Zij heeft nu een kist als kast aan de muur, een tafeltje ertegenover, en zal zich ooit met deze personificatie verenigen. Met dit verhaal op de achtergrond en om te vermijden halsoverkop uit het buitenland terug te moeten keren besloten we direct tot actie over te gaan.
Ik was al een eind met het inkleuren van de woorden gevorderd toen op een vrijdagmiddag de derde kist in een termijn van drie weken werd aangekondigd. Een uitvaartwinkel had contact met een man die van plan was in het weekend of de maandag erna een einde aan zijn leven te maken. Hij was niet ziek, had in ieder geval geen lichamelijke noodlottigheid. Drie keer eerder had hij zijn pogingen tot zelfdoding zien mislukken.
In een of ander tijdschrift had hij de kist met engelen gezien. Daar wilde hij eind komende week in begraven worden.
Het klonk tamelijk bizar. Toch kon ik niet weigeren de mensen (de jongen, een vriend en een afgezant van de winkel) die avond langs te laten komen om te kijken of engelenkist no. 2 misschien was wat hij zocht. De zich aan de ruimte vastklampende lijfjes leken niet op wat de jongen in gedachten had, bleek 's avonds, "de figuren keken ook niet echt." Hij wees naar de lucht van het hondenkistje, een mengsel van turquoise en lichte oker, afgezet tegen een dieper blauw. Die tinten genoten zijn voorkeur.
In de andere schilderingen kon hij zich niet vinden: de korenaren waren te eenzijdig van kleur, de herfstbladeren te bont, de witte lelies te zoet. En natuurlijk hadden deze composities niets met engelen te maken.
Hij had zijn zinnen gezet op de in opdracht geschilderde die jaren tevoren was begraven. Bijna honderd uur had ik daaraan gewerkt. In dit geval moest de bak dinsdag klaar zijn, het deksel zou donderdagochtend worden opgehaald.
Het hele ding nogmaals schilderen was voor mij nogal vervelend. Bovendien was het wat tijd betreft absoluut niet haalbaar.
Ik stelde voor om wat foto's te bekijken om te bepalen hoe ik aan deze verlangens tegemoet zou kunnen komen. De oorzaak? De redenen van zijn besluit? Aan dat soort vragen bleek duidelijk geen behoefte. In het stellen ervan lag mijn taak ook niet, hooguit die van de bemiddelaar en zijn winkel.
Ik kon alleen vertellen wat er mogelijk was binnen die paar dagen. In plaats van zeven over de hele kist verspreide engelen suggereerde ik een effen blauwe doos. Alleen op het deksel, waarvoor wat meer tijd beschikbaar was, konden enkele wezentjes komen te staan.
Dat beeld stelde hem gerust en - voor zover van toepassing - tevreden.
Zaterdagochtend reed de bekende zwarte auto voor. Die avond kon de omtrek van de figuren geschilderd worden. Het blauw volgde zondag. Daarnaast werd aan het boek doorgewerkt.
Maandagmiddag, de engelen zaten nagenoeg geheel in de verf, sprak iemand van de winkel een boodschap in op het antwoordapparaat. Er werd gemeld dat ik met het werk moest stoppen: de samenzwering was uitgelekt, de poging bij voorbaat verijdeld.
De vakantie was wegens drukte inmiddels geannuleerd.
Het in alle haast geschilderde boek staat - tegen alle verwachtingen in - nu nog in de hoek van de woonkamer. Jaar na jaar wordt de leeftijd, vermeld in het zelfgeschreven, paraat liggende werkje dat tijdens het afscheidsceremonieel zal worden uitgereikt, bijgesteld.
Een tweede exemplaar is een zeer kort bestaan boven de grond beschoren geweest. Begin dertig was de man die op de avond voorafgaande aan zijn verjaardag plotseling overleed. Een vriendin van zijn vriendin nam contact met mij op en kwam vervolgens een kijkje nemen. Nadat een eerste keuze was gemaakt zouden beiden terugkeren om de details door te nemen. Een normale gang van zaken, altijd even verontrustend en pijnlijk. Om het gesprek te vergemakkelijken was maar weer eens een fles wijn aangeschaft.
Bij de eerste aanblik van het duo raakte ik enigszins van slag. De zeer tengere vriendin bracht een weduwe mee die ongeveer net zo smal was als zij, maar bijna twee keer zo lang. Ze namen na enige tijd nerveus te hebben rondgewandeld zij aan zij plaats, glas in de hand. Ongelukkigerwijs zo, dat het licht van de even later aanschietende lamp dwars door de enorme zeiloren van de weduwe heen scheen. 'Ha, nog twee lampjes,' schoot mij van de zenuwen te binnen.
Uiteindelijk bleek dat de keuze was gevallen op een rechthoekige kist, het boek wederom. Alleen de rug behoefde een titel. Dat was overzichtelijk.
Het probleem lag hierin dat de overledene ruim honderdtwintig kilo woog. Ik wist niet meer waar ik het moest zoeken, vloog excuses sputterend richting wc, dit keer met een visioen van het voormalige echtpaar voor ogen. Ook bleek - na telefonisch onderhoud met de fabrikant - dat een kist in de benodigde breedte niet voorradig was, speciaal moest worden vervaardigd, waaraan pas na het weekend - ook deze afspraak viel op een vrijdag - kon worden begonnen. Waardoor de tijd om eraan te werken - de nacht meegerekend - werd gereduceerd tot hooguit anderhalf etmaal.
De paar woorden konden vast worden gezet en, maandagmiddag, uitvergroot. Grondverf en zijdeglans - acryl dit keer, vanwege het droogproces - werd voldoende aangevuld. In afwachting van de kist kroop ik met verschijnselen die duidden op een gemeen griepje, het bed maar weer in.
Hoe het ooit is gelukt om het enorme ding op tijd af te krijgen is me achteraf een raadsel. In de vreemdste bochten heb ik er al schuddend van de rillingen boven en voor gehangen. Zoiets als nadenken bestond niet meer waardoor tot overmaat van ramp in plaats van links, rechts met de lijnen die de drie vlakken in pagina's verdeelden werd begonnen en dus andersom moest worden gewerkt. "Het is ook een oud boek," vergoelijkte ik, toen werd opgemerkt dat de bladzijden er wat verkreukeld uitzagen.
Zoals alle voorgangers was ook deze doos door het raam gekomen, en zou die daar ook weer door vertrekken. Een vreemde manier van doen vonden buurtbewoners aanvankelijk, in de veronderstelling dat hier een soort mortuarium was gehuisvest. Dit keer stonden we er met z'n drieën voor. De klus was echter dermate zwaar dat de chauffeur de zaak hoe dan ook onmogelijk achtte "Hoe krijgen we hem hier nou ooit nog in?", mijn vijftig kilo spontaan instortte en de kist halverwege bleef steken. Extra hulp was nodig om het geval de wagen in te krijgen.
'Het boek', het is naar verhouding een veelgevraagd model. Zo zijn er ook motieven die een bepaalde voorkeur genieten: zonnebloemen, korenveld en klaprozen - de laatste twee vaak in combinatie. Model en thema ontmoetten elkaar in het exemplaar dat enkele maanden geleden werd afgeleverd.
Na, weer eens met David, net een heel woelig veld te hebben begraven kwam de vraag naar een uitvergroot, verstild tafereel. De bestelling werd geplaatst door een kerngezonde vrouw. "Het kan van de ene op de andere dag gebeurd zijn," was haar ervaring. De onlangs afgeleverde kast, binnenin planken, kleurt prachtig in de slaapkamer. Ze kan er, zoals ze zei, 'nu nog van genieten'.
Dit artikel verscheen eerder in Doodgewoon 29.
|
|