"IK HEB NIKS MET EEN KIST"
Door Eva den Buurman
Wie zichzelf niet beschouwt als een 'persoon voor een kist' moet eens een kijkje nemen in de sfeervolle Handweverij de Weef Ster van Margaret Sabee. Weven doet ze al een jaar of vijfendertig, het lijkwaden weven is pas van de laatste acht jaar.
De werkruimte van Sabee is gevestigd op de begane grond in een kunstenaarscentrum in de Haagse binnenstad. Centraal staat een enorme langwerpige tafel, waar waden op uitgerold kunnen worden. Daarachter hoge open kasten met wol, katoen en zijde en ander materiaal in alle kleuren van de regenboog. Natuurlijk wordt ook veel plaats ingenomen door een fors weefgetouw. Voor het raam staat een kledingrek met geweven haute couture, uitbundige dames- en herenavondkleding. De waden die Sabee op voorraad heeft liggen opgevouwen in de kasten.
"Ik ben begonnen met een wade voor mezelf te maken. Dat was mede naar aanleiding van een bijna dood-ervaring. Ik dacht: 'ik heb niks met een kist'."
De wade werd zo aantrekkelijk dat een koper hem graag wilde hebben. De tweede omhulling die ze voor zichzelf maakte hangt inmiddels bij haar thuis als kunstwerk aan de wand. "In een gedrapeerde vorm. Niemand ziet dus ook dat het een doek is die aan het eind van het verhaal eraf gehaald wordt om mij in te begraven." Het gebeurt trouwens veel dat de hier aangeschafte lijkwade eerst thuis dienst doet als sprei, gordijn, wandkleed of grand foulard op de bank.
In het atelier zijn in de showboeken en aan de hand van voorbeelden talloze varianten op de wade te zien. Van vrolijke bont gekleurde creaties tot stemmige doeken in beige en ecru katoen of zelfs van jute. Sabee verkoopt er gemiddeld vier of vijf per maand. In een wade die ze voor een heer maakte is op symbolische wijze de spirituele levensloop van een mens uitgebeeld.
Beginnend bij het voeteneinde legt Sabee de kleur- en patroonnuances uit: "Onderaan is het spelende kind uitgebeeld in losse draadjes en lusjes, het is een fijne draad met wat grotere steken. Dan het schoolgaande kind, dat is veel rustiger en gelijkmatiger. Met bepaalde patronen omdat het kind met systemen te maken krijgt. Langzaam hier de puberteit in, die is wat donkerder van kleur, er komt wat zilver bij, dat heeft te maken met de bespiegeling over jezelf. Je bent geen kind meer maar je bent ook nog geen volwassene. Dan de volwassenheid, daar komt er zijde bij. Wat donkere banen ook in de volwassenheid omdat er dan ook wel eens fases zijn die niet lopen zoals je wilt. Dan krijg je twee stippellijnen naast elkaar: het bewustzijn over de dualiteit. Deze dikkere draad symboliseert de fase van 'ik heb het gemaakt'. Dan komt de fase, rond je veertigste, van 'is dit nu alles?' Ook weer goud- en zilverdraad dus. Naarmate je ouder wordt lichtere kleuren, want wijsheid komt met de jaren. Ja, het is antroposofisch geïnspireerd. De antroposofie heeft een belangrijke rol gespeeld in mijn leven."
Er is ook het diepblauwe en met andere felle kleuren beschilderde doek 'dagpauwoogvlinder'. De eerste keer gemaakt voor de teraardebestelling van een vierjarig kind. Een foto van het doek in het showboek sprak een oude dame zo aan, dat ze ook een op maat liet vervaardigen. "Elk jaar zoek ik in mijn tuin naar die vlinder, als ik hem zie begint voor mij de zomer," zei ze erover. Een heer bestelde een omhulsel met een verticale baan in het midden, die doet denken aan een priestergewaad. 'Over het algemeen kiezen dames voor kleur, heren voor patronen en strepen. Verleden jaar had ik een heer die wilde strepen en zei er specifiek bij 'in de lengte en niet in de breedte, anders lijk ik zo dik.'"
De prijzen van de waden lopen uiteen. Voor ongeveer 150 gulden is een fraaie afgewerkte doek van biologisch katoen verkrijgbaar, oplopend tot vijfhonderd à achthonder gulden. De beige geweven wade met 'levensfasen' kost rond 2500 gulden. Maar de prijs kan oplopen tot 4500 gulden, wanneer veel duur materiaal als zijde, goud en zilver in het weefsel is verwerkt.
De overledene die in een wade wordt gehuld wordt eerst op een rechthoekige plank gelegd die een opstaand randje heeft. Die worden door de uitvaartverzorger geleverd. In een wade blijven natuurlijk enigszins de contouren van het lichaam van de overledene zichtbaar. Nabestaanden die dit te confronterend vinden kunnen ook rieten boogjes als binnenwerk toepassen, waardoor het geheel meer de indruk van een cocon, of eigenlijk een soort rups wekt. Bij een 'stokkenwade' worden dunne stokken in de lengterichting gebruikt.
Persoonlijke wensen en ideeën worden altijd besproken en toegepast. "Tachtig procent van mijn klanten verkeren in uitstekende gezondheid. Ze zijn meestal wel boven de veertig en vinden het belangrijk om vast te regelen hoe zij later begraven of gecremeerd willen worden. Af en toe heb je natuurlijk ook spoedklussen, dan moet iets af binnen een dag of een week. Dan zit je wel 's nachts en in het weekend door te werken."
Onder de cliëntèle zijn geen hindoes of moslims. "Die hebben hun eigen traditie en doeken waarvan de vorm en het materiaal vast staan."
Sabee schat dat ongeveer tachtig procent van de cliënten in de doek wil worden begraven of gecremeerd. Anderen gebruiken hem vooral voor het opbaren waarna de nabestaanden de doek bewaren. Sabee: "Dat is niet zo heel belangrijk voor mij." Maar is het niet zonde om na al die uren weefwerk zoiets moois in de grond te stoppen? "Nee. Want als we het nog even vanuit de antroposofie bekijken: de aarde is ook in ontwikkeling en kunst is genezend voor de aarde. Dus als dit meegaat de grond in krijgt het een meerwaarde."
Dit artikel verscheen eerder in Doodgewoon 26.
|
|